Status
Opgenomen in het Register
Opgenomen in het Register
Gerelateerd

Omschrijving

Het kwaliteitskader Spoedzorgketen is opgesteld vanuit het perspectief van de patiënt en volgt de patient journey van de patiënt door de spoedzorgketen: melding-triage-zorgcoördinatie-diagnostiek & behandeling-coördinatie uitstroom. Daarnaast zijn afspraken opgenomen over keteninformatie en ketenevaluatie.

Het kwaliteitskader, dat is opgesteld door 11 bij de spoedzorgketen betrokken landelijke organisaties, bevat zowel bestaande als nieuwe normen en aanbevelingen. 2 normen voor de vereiste expertise op de SEH (arts en geriatrische expertise) zijn in doorzettingsmacht vastgesteld door de Kwaliteitsraad.

Het vervolg

Om de afspraken in het Kwaliteitskader te realiseren, hebben de 11 partijen in een bijbehorend implementatieplan afspraken gemaakt over de implementatie van de nieuwe normen en aanbevelingen, en de termijn waarop deze gerealiseerd moeten zijn. Er is ook een onderhoudsplan en er wordt nog een cliëntenversie gemaakt. Daarnaast geeft de Kwaliteitsraad een aantal opdrachten mee aan de sector, zoals de ontwikkeling van de zogenaamde EPA’s (bekwaamheden) voor de arts op de SEH.

Nieuwe datum implementatie

In het implementatieplan zijn de implementatietermijnen voor de nieuwe normen bepaald. Niet lang na plaatsing in het Register brak de COVID-pandemie uit, waardoor de vastgestelde implementatiedata en deadlines van de opdracht onder druk kwamen te staan. De betrokken partijen hebben toen 6 maanden uitstel gevraagd aan het Zorginstituut. Dit uitstel is ook verleend.

Het uitstel betreft de normen die met doorzettingsmacht zijn vastgesteld:

  • Op elke spoedeisende hulp (SEH) is tijdens openingstijden ten minste 1 arts aanwezig met minimaal 1 jaar klinische ervaring, waarvan minimaal een half jaar ervaring in een poortspecialisme of bij anesthesiologie of op de intensive care.
  •  Als bij beoordeling op de SEH blijkt dat er sprake is van specialistische geriatrische problematiek, kan de dienstdoende arts of verpleegkundig specialist (VS) of physician assistant (PA) indien nodig een beroep doen op een klinisch geriater of internist ouderengeneeskunde. Deze klinisch geriater of internist ouderengeneeskunde is 24/7 bereikbaar voor telefonische consultatie en 24/7 beschikbaar om de patiënt te zien voor het nemen van belangrijke beslissingen in de diagnostiek of behandeling. De beschikbaarheid kan ook regionaal worden georganiseerd.

Voor beide normen was de realisatiedatum 1 januari 2022. Deze is nu met 6 maanden opgeschoven naar 1 juli 2022. Ook is deadline voor de opdracht om te experimenteren met EPA’s verschoven van 1 juli 2022 naar 1 januari 2023.

De implementatiedata van de overige normen zijn door partijen zelf vastgesteld en vallen daarom niet onder de reikwijdte van het verzoek aan het Zorginstituut. Landelijke partijen hebben afgesproken om in lijn met het Zorginstituut ook de deadline voor de nieuwe normen met een half jaar te verlengen.

Betrokken partijen

  • Ambulancezorg Nederland (AZN)
  • Federatie Medisch Specialisten (FMS)
  • InEen
  • Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ)
  • Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
  • Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU)
  • Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA)
  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ)
  • Patiëntenfederatie Nederland
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN)
  • Zorgverzekeraars Nederland (ZN)

Beoordeling door Zorginstituut Nederland

Het kwaliteitskader is tripartiet opgesteld door de relevante partijen en kan voor het overgrote deel rekenen op draagvlak van alle partijen. Over 2 normen kon men echter geen overeenstemming bereiken. Deze zijn onder ‘doorzettingsmacht’ opgesteld door de Kwaliteitsraad van het Zorginstituut. Het kwaliteitskader is vervolgens aan het Zorginstituut aangeboden, getoetst en opgenomen in het Register.

Toelichting proces

Nadat het Zorginstituut in 2014 indicatoren had vastgesteld voor 6 complexe spoedindicaties, werd duidelijk dat er behoefte was aan een Kwaliteitskader voor de gehele spoedzorgketen, waarin alle betrokkenen met elkaar vastleggen hoe zij samen goede spoedzorg vormgeven. Begin 2015 zijn de relevante partijen op initiatief van en gefaciliteerd door Zorginstituut Nederland gestart met het in kaart brengen van de kwaliteit van de spoedzorgketen. In alle regio’s zijn bijeenkomsten georganiseerd, waarin aan de hand van een acute zorgvraag van een burger het pad van de burger door de keten (patient journey) is besproken. Dit vormde de basis voor het uiteindelijke kader.

Begin 2018 is de eerste versie van het Kwaliteitskader aangeboden aan het Zorginstituut, met een aantal voorbehouden van sommige partijen, zowel op inhoud als op financiële impact. Dit viel samen met het verzoek van VWS om - vooruitlopend op een wetswijziging - kwaliteitsstandaarden te toetsen op een mogelijk risico op substantiële meerkosten. Het Zorginstituut heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gevraagd om een QuickScan uit te voeren naar de mogelijke financiële gevolgen van het kwaliteitskader. Voorafgaand aan de QuickScan zijn op advies van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) sommige normen nader geoperationaliseerd. De NZa zag in de QuickScan van februari 2018 alleen een risico op meerkosten voor 2 nieuwe normen die betrekking hebben op de personele inzet op de SEH. Op verzoek van het Zorginstituut is vervolgens door de NZa een budgetimpactanalyse (BIA) uitgevoerd, die in januari 2019 is gepubliceerd. De BIA ging niet alleen over kosten, maar ook over de beschikbaarheid van de benodigde expertise. Partijen hebben vervolgens tot april 2019 de kans gekregen om op basis van de BIA de normen aan te passen.  

Uiteindelijk is met het oog op de beperkte beschikbaarheid in de regio de norm over de expertise van de arts op de SEH aangepast. De vereiste klinische ervaringsjaren zijn teruggebracht van 2 naar 1 jaar. Ondanks deze aanpassing en het feit dat partijen al erg ver waren gekomen, lukte het uiteindelijk toch niet om tijdig overeenstemming te bereiken over 2 normen voor de vereiste expertise van de arts op de SEH en van de geriatrische expertise op de SEH. Daarop besloot het Zorginstituut zijn doorzettingsmacht in te zetten en de Kwaliteitsraad te vragen om beide normen te formuleren en - na consultatie - het kwaliteitskader vast te stellen. Daar waar zinvol of nodig zijn formuleringen en opbouw van het document aangepast om de leesbaarheid te vergroten. Het kwaliteitskader Spoedzorgketen is vervolgens vastgesteld door het Zorginstituut en opgenomen in het openbare Register van het Zorginstituut.

Beschrijving zorg en organisatie

Het Kwaliteitskader Spoedzorgketen geldt als landelijke norm voor acute zorg en beschrijft de vereisten voor de (regionale) organisatie van spoedzorg en is gericht op kwaliteit van de huisartsenspoedzorg, ambulancezorg, de mobiele medische teams (MMT) en de spoedeisende ziekenhuiszorg. Het bevat bestaande en nieuwe normen en aanbevelingen voor de verschillende stappen in de spoedzorgketen: melding, triage, zorgcoördinatie, diagnostiek, behandeling, coördinatie en uitstroom.

Leren en verbeteren

In het kwaliteitskader wordt aan de partijen het verzoek gedaan om op basis van het goede werk dat er nu ligt, de volgende stap naar een lerende sector te maken en met elkaar af te spreken hoe zij het proces van ‘samen leren en verbeteren’ gaan vormgeven. Deze groep zou zich samen met andere relevante partijen moeten ontwikkelen tot een landelijke Spoedzorgtafel. Naast de implementatie en doorontwikkeling van dit kwaliteitskader, kan deze tafel ook de regie nemen over de volgende stappen in het samen vormgeven van goede spoedzorg voor iedere burger.

Volledigheid kwaliteitsstandaard

Het kwaliteitskader bevat alle onderdelen die op grond van het Toetsingskader bij een kwaliteitsstandaard horen.