Integrale geboortezorg indicatoren
Meetinstrument
Zwangerschap, geboorte en gynaecologische aandoeningen
Een set indicatoren om de kwaliteit van de geboortezorg te monitoren, met als doel op regionaal niveau te leren en verbeteren en om relevante keuze-informatie voor cliënten en zorginkoopinformatie voor de zorgverzekeraars te bieden.
Omschrijving
Alle partijen die deel uitmaken van de integrale geboortezorg (KNOV, Bo Kraamzorg, NVOG, NVK, NVZ, Federatie VSV’s, ZN en de Patiëntenfederatie Nederland, onder voorzitterschap van het College Perinatale Zorg (CPZ)), hebben zich tot doel gesteld om de perinatale sterfte en morbiditeit te reduceren en de integrale geboortezorg voor de cliënt meer cliëntgericht te maken. Hiervoor is in 2016 de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg (ZIG) opgesteld en in 2017 een bijbehorend implementatieplan en cliëntenversie. De implementatie van de ZIG is nog niet voltooid en het CPZ heeft deze implementatie in 2021 geëvalueerd. Op basis hiervan actualiseert een CPZ-werkgroep de ZIG. De verwachting is dat dit leidt tot een herziene versie 2.0 van de ZIG in 2023.
Met de bijbehorende set indicatoren kan de kwaliteit van de integrale geboortezorg worden gemonitord, met als doel op landelijk en regionaal niveau te leren en verbeteren, om relevante keuze-informatie voor cliënten en zorginkoopinformatie voor de zorgverzekeraars te bieden. De set indicatoren bestaat uit zorginhoudelijke (uitkomst- en proces)indicatoren, uit cliëntervaringsmetingen, uit monitorindicatoren voor de implementatie van de ZIG en uit klantpreferenties van de verloskunde en de kraamzorg.
De indicatorenset Integrale geboortezorg wordt in principe jaarlijks herzien.
Beoordeling door Zorginstituut Nederland
De betrokken partijen in de Integrale Geboortezorg werken doorlopend samen in een werkgroep om jaarlijks de indicatorset tripartiet te verbeteren en vernieuwen. Deze werkgroep wordt voorgezeten en gecoördineerd door het College Perinatale Zorg (CPZ).
Het Zorginstituut beoordeelt of de indicatoren aan het Toetsingskader van het Zorginstituut voldoen. Als dat zo is, kunnen de indicatoren in het Register en op de Transparantiekalender geplaatst worden. Met deze toets gaat het Zorginstituut vooral na of bij de partijen overeenstemming is over de indicatorset. De resultaten van de toets leggen we vast in een zogeheten toetstabel. Vervolgens stelt de Raad van Bestuur van het Zorginstituut vast of de indicatorset voldoet aan het Toetsingskader. Zo ja, dan wordt de set opgenomen in het Register en komen de indicatoren op de Transparantiekalender.
Werkinstructie
Bij elke indicatorset hoort een indicatorgids. Deze beschrijft voor iedere indicator afzonderlijk de definitie, meetinstructie, meetperiode, bron, relevantie et cetera. De werkgroep Integrale Geboortezorg hanteert een indicatorgidssjabloon (conform die van de Medisch Specialistische Zorg). Hiermee kunnen werkgroepen makkelijker eenduidige indicatorgidsen opstellen, met daarin alle relevante informatie.
Procesbeschrijving
De deelnemende zorgverleners in de Integrale Geboortezorg hebben met gegevensmakelaar Perined langdurige procesafspraken gemaakt over het verzamelen, bewerken en doorleveren van gegevens.
Uitkomst van de beoordeling
De indicatoren Integrale Geboortezorg voor verslagjaar 2020 en 2021 zijn getoetst en voldoen aan de criteria van het Toetsingskader.