Status
Opgenomen in het Register
Opgenomen in het Register
Herzieningsdatum
Gerelateerd

Omschrijving

Op 30 juni 2016 is de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg opgenomen in het Register. Met 'integrale geboortezorg' wordt het gehele traject van zorg bedoeld, vanaf de preconceptiefase tot en met de eerste 6 weken na de geboorte, inclusief de samenwerking met of de overdracht naar kraamzorg, jeugdgezondheidszorg en huisarts, of op indicatie de overdracht of verwijzing naar andere zorgverleners, zoals de kinderarts. In dit hele traject staat de zorgvraag van de zwangere centraal, dat wil zeggen dat de zorg vraaggericht is in plaats van aanbodgericht.

De zorgstandaard beschrijft primair de basiszorg die elke (aanstaande) zwangere of kraamvrouw aangeboden behoort te krijgen. Deze zorg is nadrukkelijk gebaseerd op meest recente inzichten van cliëntenorganisaties en beroepsgroepen over de inhoud van geboortezorg. De zorgstandaard beschrijft hiermee welke zorg geboden wordt ongeacht wie dit doet.

De Zorgstandaard Integrale Geboortezorg is niet vrijblijvend. Opname van de standaard in het Register betekent dat alle bij de geboortezorg betrokken partijen een inspanningsverplichting aangaan om de standaard te implementeren en biedt deze partijen de mogelijkheid om de kwaliteit van zorg te monitoren. Dit is een ontwikkelingsproces waarin meerdere wegen kunnen worden verkend.

De Zorgstandaard Integrale Geboortezorg is tussen 2014 en 2016 ontwikkeld door een expertgroep ingesteld door het CPZ. De expertgroep bestond uit vertegenwoordigers van alle bij integrale geboortezorg betrokken partijen. Deze partijen konden het niet eens worden over de interpretatie van sommige samenwerkingsafspraken in de zorgstandaard. Daarom heeft Zorginstituut Nederland in april 2016 de regie over de totstandkoming van de standaard overgenomen en zijn doorzettingsmacht ingezet. Een expertcommissie van de Adviescommissie Kwaliteit (ACK) heeft de zorgstandaard aangepast en de nieuwe versie voorgelegd aan alle betrokken partijen.

Na het verwerken van de reacties uit de consultatie heeft de Raad van Bestuur van het Zorginstituut de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg (versie 1.1) op 28 juni 2016 definitief vastgesteld. In het eerste kwartaal van 2020 heeft een eerste onderhoudsslag plaatsgevonden op de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg, resulterend in een Addendum voor versie 1.1, dat integraal is verwerkt in versie 1.2. In 2020 vindt een aantal evaluaties plaats van verschillende aspecten van de integrale geboortezorg. Uiterlijk eind 2021 hebben de relevante partijen de zorgstandaard herzien.

Betrokken partijen

  • College Perinatale Zorg (CPZ) (penvoerder)
  • Bo Geboortezorg
  • GGD GHOR Nederland
  • Jeugdartsen Nederland (AJN)
  • Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV)
  • Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV)
  • Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
  • Nederlandse Beroepsvereniging voor Kraamverzorgenden (NBvK)
  • Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU)
  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ)
  • Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA)
  • Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB)
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK)
  • Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)
  • Patiëntenfederatie Nederland
  • Perined
  • Stichting Geboortebeweging
  • Stichting Kind en Ziekenhuis
  • Vektis
  • Vereniging van Verloskundig Actieve Huisartsen (VVAH)
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN)
  • Zorginstituut Nederland (ZIN)
  • Zorgverzekeraars Nederland (ZN)

Beoordeling door Zorginstituut Nederland

Sinds 2008 staat goede geboortezorg in Nederland hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Op advies van het ministerie van VWS werd de Stuurgroep Zwangerschap en geboorte ingesteld met als opdracht het ministerie te adviseren over concrete en realistische voorstellen om de zorg rond zwangerschap en geboorte te optimaliseren. Deze stuurgroep kwam begin 2010 met haar advies Een goed begin; veilige zorg rond zwangerschap en geboorte. De kern van dit advies was dat de kwaliteit van de geboortezorg verbeterd kon worden door een hechtere samenwerking en betere communicatie tussen alle betrokkenen (tussen zorgverleners onderling én tussen zorgverleners en zwangeren).

Mede op basis van dit advies werd in 2010 door de gezamenlijke veldpartijen het College Perinatale Zorg (CPZ) ingesteld. Het CPZ kreeg de opdracht te komen tot een integraal kwaliteitskader rondom geboortezorg: de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg.

Een expertgroep van het CPZ heeft tussen 2014 en 2016 een concept Zorgstandaard Integrale Geboortezorg ontwikkeld.  De expertgroep bestond uit vertegenwoordigers van alle bij Integrale geboortezorg betrokken partijen, voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter.
De zorgstandaard zou al voor 1 januari 2016 aan het Zorginstituut aangeboden worden, maar die termijn is niet gehaald omdat de betrokken partijen het niet eens konden worden over de interpretatie van sommige samenwerkingsafspraken in de standaard.

In het eerste kwartaal van 2016 is de tekst van de standaard zoals die door alle partijen in de expertgroep van het CPZ was goedgekeurd, ter autorisatie toegestuurd aan de betrokken beroepsorganisaties. Nog niet alle organisaties wilden de standaard toen autoriseren, omdat zij het wederom niet eens konden worden over de interpretatie van sommige samenwerkingsafspraken in de zorgstandaard. Vervolgens heeft het CPZ de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg op 20 april 2016 aan Zorginstituut Nederland overgedragen. In het belang van goede geboortezorg heeft het Zorginstituut zijn doorzettingsmacht ingezet en daarmee, de regie over de ontwikkeling van de zorgstandaard overgenomen.

In het doorzettingstraject heeft de Adviescommissie Kwaliteit (ACK, in 2016 opgevolgd door de Kwaliteitsraad) de conceptversie Zorgstandaard Integrale Geboortezorg versie 1.0 ontwikkeld door het CPZ, als vertrekpunt genomen. Van hieruit heeft de ACK, een landelijke standaard geformuleerd die op hoofdlijnen de gewenste inhoud van de geboortezorg vanuit het perspectief van de (aanstaande)zwangere en haar (ongeboren) kind beschrijft: de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg. Het is aan de regionale samenwerkingsverbanden om de in de kwaliteitsstandaard geschetste bepalingen en randvoorwaarden verder in te vullen.

De ACK heeft de conceptversie van de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg ter consultatie voorgelegd aan alle relevante partijen. Na de consultatie heeft de ACK de zorgstandaard opnieuw aangepast en opgesteld.

Beschrijving zorg & organisatie

De Zorgstandaard Integrale Geboortezorg beschrijft op hoofdlijnen de gewenste inhoud van de geboortezorg vanuit het perspectief van de (aanstaande) zwangere en haar (ongeboren) kind. In de standaard wordt voor elke fase in de zwangerschap de noodzakelijke geachte zorg voor en begeleiding van de zwangere beschreven. In de standaard staat primair de basiszorg die iedere (aanstaande) zwangere c.q. kraamvrouw aangeboden behoort te krijgen. Bij vastgestelde risico’s of complicaties wordt, conform de geldende richtlijnen en aangevuld met lokale afspraken, aanvullende zorg opgenomen in het Individueel geboortezorgplan. De zorgstandaard is consistent met andere medisch-specialistische standaarden in het Register. De zorgstandaard bevat een overzicht van kernbegrippen en een beschrijving van de samenwerkingsstructuur in de Integrale geboortezorg inclusief de verantwoordelijkheidstoedeling.

Volledigheid kwaliteitsstandaard

Deze zorgstandaard bevat alle onderdelen die op grond van het Toetsingskader bij een zorgstandaard horen. De zorgstandaard heeft een samenvatting. Een cliëntenversie en het implementatieplan zijn in april 2017 opgeleverd. De cliëntenversie is opgesteld in samenspraak met Patiëntenfederatie Nederland en de Stichting Geboortebeweging. Op 31 oktober 2017 is een eerste set bijbehorende indicatoren voor verslagjaar 2017 in het Register van het Zorginstituut geplaatst. Deze set geldt vervolgens voor elk verslagjaar, totdat de set wordt herzien door de werkgroep Indicatoren Integrale Geboortezorg. Er is een informatiestandaard beschikbaar voor de integrale geboortezorg: het Perinataal Webbased Dossier (PWD). Momenteel wordt in het kader van integrale geboortezorg geïnvesteerd in het vlot trekken van het stagnerende proces rond de uitwisseling van patiëntgegevens.

Het Zorginstituut volgt en monitort de implementatie van de zorgstandaard en werkt hierbij samen met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), opdat deze kan toezien op de voortgang van genoemde afspraken.