Zorginstituut financiert open toegang

De SKI-tool, voluit Spiegelinformatie Kwaliteitsindicatoren, is een online product van Dutch Hospital Data (DHD). Met een financiering van ongeveer € 15.000 heeft Zorginstituut Nederland ervoor gezorgd dat de verplichte kwaliteitsindicatoren medisch specialistische zorg (MSZ) en integrale geboortezorg voor iedereen zijn ontsloten, en ook de zogeheten klantpreferente MSZ-indicatoren aan de SKI-tool zijn toegevoegd. Die maken inzichtelijk wat voor patiënten het zwaarst weegt bij het kiezen van een zorginstelling en het ondergaan van een behandeling.

Zoeken op landelijk en regionaal niveau

De SKI-tool is een database en vergelijkingstool die ontwikkeld is voor en door ziekenhuizen. Tot dit voorjaar waren zij ook de enigen die de SKI-tool konden gebruiken. Ook nu blijft een deel van beschikbare data afgeschermd, maar nu komt er veel informatie over behandelingen online beschikbaar, die makkelijk doorzoekbaar is. Zo kan er alfabetisch op aandoening/behandeling worden gezocht en zijn er ook mogelijkheden om informatie naar diagrammen en grafieken om te zetten. Hiermee is het mogelijk om ziekenhuizen en zelfstandige klinieken te ‘benchmarken’: zoals welke goed scoren op een bepaalde behandeling en welke niet. Behalve op landelijk niveau, kan ook op regionaal niveau worden vergeleken.

Tool ondersteunt patiënt én zorgprofessional

De kwaliteitsindicatoren waarvan de inhoud nu via de SKI-tool worden ontsloten, zijn afkomstig van de Transparantiekalender van het Zorginstituut, waar ze ook toegankelijk zijn. “Maar daar staan ze in grote Excel-sheets, dit is veel gebruiksvriendelijker”, zegt Laura Koopman, projectleider Transparantie MSZ bij Zorginstituut Nederland. Volgens haar draagt de betere ontsluiting van de data via SKI-tool bij aan passende zorg: “Voor het lerend vermogen van ziekenhuizen is het heel belangrijk dat deze kwaliteitsinformatie wordt gedeeld, terwijl het voor patiënten ondersteunend kan zijn in de keus voor een behandelaar. Bovendien heeft zo iedereen toegang tot dezelfde informatie waar we allemaal gebruik van kunnen maken bij het verder verbeteren van de MSZ-zorg.”