Nederland kent een grote populatie edentate patiënten. Dit zijn mensen zonder tanden. Een deel van deze groep heeft een gewone gebitsprothese (kunstgebit) en functioneert daarmee goed. Een ander deel ervaart problemen met een gewone gebitsprothese zoals pijn, beperkingen bij functioneren en een loszittende prothese. Daarnaast spelen er soms psychisch-emotionele klachten rond de tandenloosheid. Patiënten met een tandeloze onderkaak kunnen baat hebben bij een overkappingsprothese op implantaten. Een vastere (implantaatgedragen) prothese zou meer comfort kunnen verschaffen en het dagelijks functioneren verbeteren.

De richtlijn beoogt de kwaliteit en doelmatigheid van de geleverde zorg aan patiënten met een volledige onder gebitsprothese op implantaten te verbeteren. De richtlijn doet uitspraken over de indicatie voor een implantaatgedragen overkappingsprothese in de onderkaak en belangrijke keuzemogelijkheden tijdens deze behandeling.

Betrokken partijen

  • Kennisinstituut Mondzorg (KIMO) (penvoerder)
  • Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT)
  • Centraal Overleg BIJzondere Tandheelkunde (Cobijt)
  • Cochrane Oral Health Group
  • College van Adviserend Tandartsen (CAT)
  • Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT)
  • Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische Tandheelkunde (NVGPT)
  • Nederlandse Vereniging voor Mondziekten Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA)
  • Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie (NVOI)
  • Opleidingen Tandheelkunde en Mondzorgkunde Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), UMCG en Radboudumc
  • Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT)
  • Patiëntenfederatie Nederland
  • Zorgverzekeraars Nederland (ZN)

Beoordeling door Zorginstituut Nederland

Op 12 april 2022 heeft de Raad van Bestuur besloten om de kwaliteitsstandaard ‘Implantaatgedragen prothese op de edentate onderkaak’ op te nemen in het Register van Zorginstituut Nederland.

Er wordt voldaan aan criterium 1, 2, 3, 5 en 6 van het Toetsingskader, omdat alle relevante partijen betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van de kwaliteitsstandaard en uit de documentatie blijkt dat de partijen de standaard gezamenlijk voordragen. Daarnaast omvat de kwaliteitsstandaard een adequate beschrijving van de inhoud van zorg en de organisatie van het zorgproces en heeft de kwaliteitsstandaard een cliëntenversie, een samenvatting en een onderhoudsplan. Het KIMO verwacht geen substantiële financiële gevolgen (criterium 7).

De informatieparagraaf behorende bij de standaard is op 24 januari 2023 door de Raad van Bestuur opgenomen in het Register.

Uit de toets die door het Zorginstituut is uitgevoerd, blijkt dat het meetinstrument behorende bij de standaard (criterium 8) ontbreekt. Hiervoor heeft het KIMO een tijdspad geformuleerd.

De Kwaliteitsraad heeft de volgende meegever voor het KIMO met betrekking tot de standaard:

Met betrekking tot deze richtlijn vraagt de Kwaliteitsraad de aandacht voor het samen leren en verbeteren. De Kwaliteitsraad adviseert daarom de informatieparagraaf breder te laden en een landelijke registratie op te zetten van de protheses waarbij klinische informatie aanwezig is, zodat men dit de komende jaren kan evalueren en zichtbaar wordt wie hier baat bij hebben en wie minder. Dit is bij uitstek een manier voor een betere typering van de groep die deze protheses uiteindelijk krijgt.