In het kwaliteitskader hebben de betrokken partijen afspraken vastgelegd over de kwaliteitseisen waaraan de spoedzorg in Nederland moet voldoen. Daarnaast biedt het kader ook voldoende ruimte voor de (regionale) context en een stimulans voor toekomstige ontwikkelingen en het samen leren en innoveren. Bovendien zijn onder regie van Zorginstituut Nederland nu ook de twee bekwaamheidsnormen vastgesteld, waar partijen onderling eerder niet uitkwamen. Nu het kader gereed is, heeft het Zorginstituut het Kwaliteitskader Spoedzorgketen vastgesteld en opgenomen in het Register.

Het kwaliteitskader is vanaf heden hét landelijke uitgangspunt voor de spoedzorgketen. De vaststelling ervan is een belangrijk moment in een intensief doorlopen traject van alle partijen binnen de spoedzorgsector. De afgelopen jaren zijn de elf landelijke partijen binnen de sector, onder leiding jaren het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) volop aan de slag gegaan om de - afspraken over - kwaliteit van de spoedzorg verder te ontwikkelen en te borgen. Door het vastleggen van heldere normen, richtlijnen en aanbevelingen wordt de sector nu gestimuleerd om nog verder te verbeteren.

Regie Zorginstituut

De partijen die betrokken zijn bij de spoedzorgketen hadden tot begin 2019 de tijd om samen een kwaliteitskader op te stellen. Zij zijn ver gekomen en hebben direct al verschillende verbeteringen doorgevoerd. De partijen konden het echter niet eens worden over de vereiste bekwaamheden van zorgverleners op de spoedeisende hulp (SEH).

Als betrokken partijen een kwaliteitsproduct niet binnen de afgesproken termijn opleveren, kan het Zorginstituut de zogeheten doorzettingsmacht inzetten. Daarom heeft het bestuur van het Zorginstituut in 2019 besloten om de regie over te nemen en de Kwaliteitsraad te vragen om knopen door te hakken over twee normen waar men niet uitkwam: de norm die geldt voor de arts op de SEH en de norm voor de geriatrische expertise op de SEH. Ook is aan partijen de opdracht gegeven om een landelijke ‘spoedzorgtafel’ op te richten voor de doorontwikkeling van het kwaliteitskader en het gezamenlijk en in de volle breedte organiseren van goede spoedzorg voor iedere burger.

Perspectief van de patiënt centraal

Bij het formuleren van die normen is nagegaan hoe het pad van de patiënt door de spoedzorgketen verloopt voor verschillende ingangsklachten. De keten start bij de eerste klachten van de patiënt en eindigt als de patiënt kan instromen in de reguliere zorg of terug naar huis kan. Voor patiënten is het belangrijk dat duidelijk is wat zij kunnen verwachten van acute zorg. Uitgangspunt is dat een patiënt met een spoedzorgvraag zo snel mogelijk op de juiste plek in de spoedzorgketen terecht kan: dicht bij huis als het kan, maar verder weg als dat beter is voor de patiënt.

Hét landelijke kader voor de spoedzorg

Het nu ontwikkelde kwaliteitskader beschrijft de vereisten voor de (regionale) organisatie van spoedzorg en is gericht op kwaliteit van de huisartsenspoedzorg, ambulancezorg, de mobiele medische teams (MMT) en de spoedeisende ziekenhuiszorg. Het bevat bestaande en nieuwe normen en aanbevelingen voor de verschillende stappen in de spoedzorgketen: melding, triage, zorgcoördinatie, diagnostiek, behandeling, coördinatie en uitstroom.

SpoedzorgNu het Zorginstituut het Kwaliteitskader Spoedzorgketen heeft opgenomen in het Register, geldt het kader als de landelijke norm voor spoedzorgketen. Alle partijen die daar een onderdeel van zijn moeten nu het definitieve kwaliteitskader implementeren en naleven.

Het kwaliteitskader is tot stand gekomen door de samenwerking van alle betrokken partijen in de Spoedzorgketen:

© Hollandse Hoogte

  • Ambulancezorg Nederland (AZN)
  • Federatie Medisch Specialisten (FMS)
  • InEen
  • Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ)
  • Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
  • Nederlandse Vereniging van SEH-artsen (NVSHA)
  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ)
  • Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU)
  • Patiëntenfederatie Nederland
  • Vereniging van Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN)
  • Zorgverzekeraars Nederland (ZN)

Bron: Zorginstituut Nederland
Geactualiseerd op 19 februari 2020